18 apr 2014

Recensie

Recensie The Fault In Our Stars

'Ik ben een granaat: er komt een moment dat ik ontplof en 

ik wil het aantal slachtoffers tot een minimum beperken.'





Het zestienjarige Amerikaanse meisje Hazel Grace Lancaster had eigenlijk al niet meer op onze wereldbol moeten rondlopen. Al jaren vecht ze namelijk tegen haar kanker. Door geluk bij een ongeluk: een nieuw medicijn, weet ze in leven te blijven. Met zeer veel pijn en moeite, dat wel. Ze sleept dag in dag uit haar zuurstoftank, genaamd Philip, overal mee naar toe. Helaas gaat dit niet altijd goed: soms belandt ze in het ziekenhuis als haar longen opnieuw volgelopen zijn met vocht. Een echt sociaal leven heeft ze niet meer sinds haar diagnose: ze is niet meer in staat om naar school te gaan en krijgt daarom thuis les. Dat is dan ook de reden dat haar ouders haar naar een support groep sturen. Daar ontmoet Hazel vele lotgenoten, onder andere een jongen, Isaac, die een tumor in beide ogen heeft. Hierdoor moeten Isaac zijn beide ogen verwijderd worden... Maar veel interessanter is een andere jongen die Hazel bij de support groep tegenkomt: Augustus Waters, of gewoon kort 'Gus'. Vanaf het eerste moment is er 'iets' tussen hen twee. Gus is Isaacs beste vriend en komt mee om zijn vriend te steunen bij het komende verlies van zijn ogen. Later blijkt dat Gus zelf ook kanker heeft moeten ervaren, in de vorm van botkanker. Als gevolg daarvan heeft hij zijn been moeten laten amputeren. Een verschrikkelijke ingreep voor ieder mens, en al helemaal voor een ex-basketballer. Gus en Hazel delen samen de frustratie over het feit dat hun lievelingsboek 'An Imperial Affliction' van Peter van Houten in het midden van een zin eindigt. Ze besluiten samen naar Amsterdam te gaan om de schrijver op te zoeken voor uitleg en er bloeit daar pas echt iets tussen hen op. Dan neemt het verhaal een wending die niemand had verwacht en waardoor het amper mogelijk is geen traantje weg te pinken.




John Green's The Fault In Our Stars is eerlijk, realistisch, zielig en humoristisch tegelijkertijd. De zesendertigjarige Amerikaan doet daarmee een wonderbaarlijke prestatie. Zeker na de helft van het verhaal rollen de tranen over je wangen, deels van verdriet en deels van het lachen. De schrijver heeft dan ook enkele jaren aan zijn boek gewerkt en heeft ook twee  maanden in Amsterdam gewoond om inspiratie op te doen voor zijn boek. Hij besloot het boek te schrijven nadat hij een tijd als aalmoezenier in een ziekenhuis in Ohio had gewerkt. 

Voor de lezer komt het verschijnsel de dood erg levendig en realistisch naar voren. Wonder boven wonder, wordt het verhaal niet deprimerend. De grappen van Hazel en Gus over hun situatie zijn geweldig grappig en maken hun lijden beter te verdragen. Het boek is ontzettend meeslepend en het liefdesverhaal van Hazel en Gus is werkelijk waar hartverscheurend. Niemand die dit boek leest, zal er zonder hartzeer vanaf komen...