Hoe werkt de taalverwerving van kinderen eigenlijk? Wat is er precies aangeboren en wat wordt later aangeleerd? Dit zijn vragen die geleerden bezighouden. Taalwetenschappers hebben hierover verschillende theorieën ontwikkeld, van wie de Amerikaanse taalkundige Noam Chomsky veruit de beroemdste is. Chomsky is van mening dat kinderen hun moedertaal zo wonderbaarlijk snel kunnen leren en bepaalde fouten niet maken, omdat de mens genetisch uitgerust is voor het leren van de taal. Dit vermogen noemt hij de de Universele Grammatica. Deze bestaat uit principes en parameters. Principes liggen voor alle talen vast en zijn aangeboren.De parameters worden daarentegen gebruikt voor het leren van specifieke kenmerken van een bepaalde taal.
In het Nederlands is er altijd een onderwerp in de zin aanwezig, ook al heeft het geen toegevoegd waarde, zoals in de zin: 'Het regent.' In het Italiaans wordt het nietszeggende onderwerp weggelaten: de zin wordt simpelweg: 'Piove.' Je zou dus kunnen zeggen dat het in het Italiaans belangrijker is dat een betekenisloos woord wordt weggelaten dan dat er altijd een onderwerp in de zin staat. In het Nederlands is dit juist andersom. Dit principe wordt de optimaliteitstheorie genoemd. Waar Chomsky beweert dat er altijd een expliciet of impliciet onderwerp in de zin staat, wordt er volgens de optimaliteitstheorie in een taal afgewogen hoe de beste zin ontstaat. De zachte regels kunnen geschonden worden om aan de harde regels van de taal te voldoen.
Het is lastig om vast te stellen welke theorie klopt. De moderne beeldvormende technieken kunnen ons hier niet bij helpen en ook door de hersenen fysiek te bekijken krijgen we geen antwoorden op de vraag. Wel zijn er argumenten die de optimaliteitstheorie ondersteunen.
Men heeft ten eerste ontdekt dat de hersenen ook in andere situaties dan spreken of schrijven hetzelfde principe hanteren, zoals bij waarneming en patroonherkenning. Dit toont aan dat het zeker een mogelijkheid is dat het brein optimaliseert,
Tevens blijkt dat met slechts harde regels onze taalverwerving niet verklaard kan worden. Harde regels kunnen niet gecombineerd worden, zachte regels juist wel. Volgens de theorie heeft elke taal zijn eigen oplossingen voor de regels. Hierbij kunnen de regels bij reduplicatie: de kopieregel, de klankregel en de invoerregel onderling gewisseld worden van sterkte.
De optimaliteitstheorie kan met zachte regels vele aspecten van taalgebruik verklaren: woordvorming, zinsvorming en betekenis. Hoe het leerproces in zijn werk gaat, is nog niet verklaard door de theorie. Als we dit weten, kunnen we later misschien vlekkeloos Russisch leren spreken. Tot die tijd, zullen we het nog met het falende Google Translate moeten doen.